Vertaal
Vertalingen sigaret opsteken NL>DE
sigaret opsteken (ww.) anmachen (ww.) ; anstecken (ww.) ; anzünden (ww.) ; aufrollen (ww.) ; eine Zigarette entzünden (ww.) ; in Brand stecken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `sigaret opsteken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aansteken
NL: opsteken